Gisteren heb ik me laten verwennen met een 90-minuten durende massage in een nabijgelegen spa. Mevrouw Sokha ziet er wellicht uit als een klein meisje, maar haar vingers zijn sterk en ik voelde me werkelijk tot moes gekneed op die massagetafel. En dat was wel nodig ook.
Na een yogales bij mij thuis afgelopen week werd ik fijn met mijn neus op de feiten gedrukt: ik ben stijf. Ik beweeg veel te weinig. Ik fiets wel; fijn heel de stad door, maar dat is het dan ook.
Laatst liep ik naar de supermarkt en weer terug: ja hoor, een blaar tussen mijn tenen. Voor lopen moet ik wellicht geen slippers dragen? En ik voelde spieren in mijn kont die hallo Jumbo zeiden.
De gevolgen van die yogales waren dus lichamelijk te voelen in de vorm van VERDORIE TOCH OVERAL SPIERPIJN! Gezegend met een massage spa op bijna iedere straathoek was mij deze dame aangeraden door een vriendin. Geloof mij, had ze gezegd, deze is echt goed. En ze kreeg gelijk. Ieder spiertje in mijn lichaam werd betast, bewrongen, gestrekt en uitgewreven. En ik kreeg de reality check dat alles het nog doet, maar dat er toch wel iets meer mee gedaan moet worden. Anders word je een oude lul met een hanglichaam en daar heeft nog nooit iemand reclame voor gemaakt.
Soms val ik in slaap tijdens een massage. Dan ben ik ook helemaal weg, alsof iemand mij in mijn gezicht geslagen heeft met een baksteen. Boem. Weg. Dan maakt de therapeute mij met een licht tikje tegen mij zij wakker omdat ik me mag omdraaien. Of ik hoor een snurk van mezelf, dat is pas beschamend, en word direct wakker. Want ik snurk nooit. Toch?
Maar aan de andere kant is zo’n massage een heerlijke ontspanner. Ook voor mijn hoofd. Er is geen vermoeidheid, er wordt geen boodschappenlijstje geprint in mijn hoofd, ik denk niet aan wat ik nog moet doen en wanneer ik dat moet doen want dan moet ik dat nog doen en dat kan dan niet want dan moet ik dit ook nog doen want dat moet eerst en dan moet ik niet vergeten. Helemaal niets.
Ik ervaar het alsof ik in een bootje zit en voor de duur van de massage is dat bootje vertrokken vanaf een mooi strand op een idyllisch tropisch eilandje. Eerst is het nog even onrustig met de golven in de branding, daarna wordt het water stiller en heerst de rust. Schone lucht. Amper geluid.
Of als een vliegtuig dat vertrekt. Eerst het aanmaken van die snelheid op land, daarna met veel geraas de lucht in en eenmaal daar wordt het rustig. Floept het lichtje voor de gordels uit. Krijg ik champagne aangereikt van een schone dame. Ik wel.
Weg van de kloppende en afleidende beschaving, die is opeens ver weg. Alle gedachten kunnen nu rustig langskomen voor een behandeling op mijn gedachtentafel.
En in mijn hoofd schrijf ik. Heel mooie ideeën. Aangrijpende verhaallijnen. Geweldige dialogen. En dan gebeurt er dit en dat met een personage, fantastisch. Dat moet ik onthouden. Maar na afloop is er niets meer van over.
“Sir, please sit up.”
Sokha trekt de boot terug op het strand. Plots raakt het vliegtuig de landingsbaan. Nu al? Maar ik was net! Nou ja! Maar dat komt er niet uit, ik ga gewoon rechtop zitten en doe wat ze zegt.
“Strong back,” zegt ze tegen mij. Dat zal best. Ik heb een verschrikkelijk stevige ruggegraat, dat komt van al dat zitten. Met de komende plannen voor pilates-lessen en (we gaan het weer proberen) een abonnement op de sportschool zal ik Sokha de komende maand wel verrassen met nog meer stevigheid.
“Oh you very strong man,” zal ze dan zeggen. Op het bootje. In het vliegtuig. Ik lach er guitig bij en sip van die champagne. Ach, ja. Sporten he. Bezig zijn he. Is goed voor je. Wordt je een stevige jongen van.
Maar vooralsnog zijn dat de eerste babystapjes naar een iets gezonder bestaan in Phnom Penh. Het is leuk hier, maar de verleiding is enorm om dagelijks uit eten te gaan. Noem een internationale keuken en deze zal present zijn in de hoofdstad van Cambodja, dat een grootte heeft van de stad Zwolle.
Gaan we voor pizza bij Luigi, of voor cheese steak sandwiches bij Brooklyn? En anders Mexicaans bij Taqueria Corona? Sesame Noodles? Burgers van Mama’s New York Deli? Of veel te veel falafel bij Beirut? Als we gezond willen doen kunnen we wel naar ARTillery voor dat organische spul. En anders naar Vego Salad Bar. We kunnen die nieuwe kebab-plek uitproberen? Of zullen we laten bezorgen? Oh, maar dan wil ik…
Toen laatst de rekening van de Franse bistro Armand’s even duur bleek te zijn als een maandabonnement op de sportschool bij een gerenomeerd hotel in de stad, was de keuze eigenlijk snel gemaakt: ik zal daar eens gaan kijken.
Ja, eerst kijken. Niet gelijk lid worden enzo. Want er moet over nagedacht worden. Het moet mentaal voorbereid worden als in: maandag begin ik met sporten. Dan word ik lid. Dat is onderdeel van de uitstelleritus waar ik nog regelmatig last van heb.
Je moet je sportkleren voor de volgende dag gewoon de avond daarvoor al klaarleggen! Dan ben je er mentaal mee bezig en zie je ze direct liggen als je wakker wordt – zegt de sportgoeroe in mijn hoofd dan. Ja, maar dat kan maandag ook. Nu nog niet.
Maar vandaag eerst eens naar pilates. Dat is in feite bewegingsgymnastiek (zo zouden we het in de jaren ’80 gewoon genoemd hebben) waarbij alles draait om de kern van het lichaam, de core. Dat binnenste dat verstevigd moet worden.
Ik word door iedereen alvast gewaarschuwd, trouwens. Tijdens de les zul je je voelen alsof Hein de Dood in de deur opening van het leslokaal staat, klaar om jou op te pikken. En in de komende dagen zul je vergaan van de spierpijn.
Oh, maar dat vind ik helemaal niet zo heel erg. Dan moet ik maar weer naar Sokha en dan gaan we weer op reis. Al is het maar voor even.